David Frederick uit Bethanie, NamibieGeen erkenning
Deze nakomelingen van de oudste bewoners van Zuidelijk Afrika hebben een tragische geschiedenis. In de koloniale periode, en zeker onder de apartheid, waren ze te donker.
En sinds Zuid-Afrika en Namibië worden bestuurd door ANC en SWAPO zijn ze niet zwart genoeg. Basters die deelnamen aan het verzet tegen de apartheid krijgen daar geen erkenning voor.
Andere, zwarte volken – de Ovambo in Namibië en de Xhosa, Zulu en Tswana in Zuid-Afrika – krijgen voorrang. Hun traditionele grondrechten worden vlot erkend, terwijl de Khoi-Khoi-nakomelingen daar al lang vergeefs voor strijden.
Zoals Barend Vilander het beeldend verwoordt: 'ons suig aan die agterspeen'. Ze waren dan ook blij verrast met hun 'nieuwe identiteit'. Het gaf ze de status die ze ontbeerden.
Richting Indonesië
Kaap de Goede Hoop was voor de VOC niet meer dan een pleisterplaats. Het was de Compagnie te doen om het monopolie op kostbare specerijen uit de Molukken: kruidnagelen, foelie en nootmuskaat. De eerste stap in die richting werd gezet in 1605, toen Compagnietroepen de Portugezen verdreven van Ambon.
Om aanvallen vanuit Portugees Oost-Timor af te slaan werd in 1665 een aantal VOC-militairen gelegerd op het eiland Kisar, even ten noordoosten van Timor. Europese militairen, die in de loop van de 18de eeuw dienden in Vollenhoven en Delfshaven, de twee VOC-forten op Kisar, verwekten nageslacht bij Kisarese vrouwen.
Hun nakomelingen worden tot de dag van vandaag de 'mestiezen van Kisar' genoemd. De namen van deze families zijn Joostensz, Wouthuysen, Caffin, Lerrick, Peelman, Lander, Ruff, Belmin-Belder, Coenradi, Van Delsen en Schilling.