Met een polarisatiefilter verdwijnen niet alleen de lichtreflecties in de bladeren, maar de kleuren worden ook prettiger. Deze foto heeft exact dezelfde bewerking gehad als de bovenstaande foto. Het enige verschil is het polarisatiefilter.Een polarisatiefilter kun je roteren, waardoor je de richting van het licht dat doorgelaten wordt kunt manipuleren. Zo is het mogelijk om de mate van het wegfilteren van een reflectie te regelen.
Soms wil je gewoon wat minder reflectie, in plaats van alles of niets. Of je wilt helemaal geen gepolariseerd licht.
Hoewel een polarisatiefilter zeker een aanrader is voor veel soorten fotografie, waaronder landschappen, autofotografie, en soms zelfs macro of vastgoedfotografie, zijn er ook situaties dat het beter is om het niet te gebruiken. Ik heb drie redenen wanneer je liever geen polarisatie wilt hebben.
1. Bij gebruik van extreme groothoek
Vooral bij landschappen wordt er door veel fotografen vaak groothoek gebruikt. Hoe breder, hoe liever. Maar het gebruik van een polarisatiefilter kan een nadeel hebben bij extreme groothoek.
Ik heb vertelt dat een polarisatiefilter, dat ook wel eens een CPL filter (Circulair Polarisatie Filter) genoemd wordt, het beste werkt als de hoek met het licht 90 graden is, dus exact links of rechts van je, exact boven je, of onder je.
Dat betekent dat de werking van de polarisatie minder wordt als de hoek groter of kleiner wordt. Bij de lichtbron op 0 graden (recht voor je) of 180 graden (recht achter je) is de werking minimaal. Daar tussen in zit dus een verloop van maximale polarisatie naar minimale polarisatie.
Is de beeldhoek heel groot, zoals bij een ultra-groothoek, dan varieert de hoek van het licht in de foto zelf. Dat betekent dat de polarisatie in één deel van de foto maximaal is, en minder wordt naar de andere delen in de foto. Vooral wanneer je lucht in de foto hebt, merk je dat heel erg goed.