Diafragma; controle over scherptediepte
woensdag 12 december 2018, 10:59 door Elja Trum | 115.343x gelezen | 19 reactiesMet het diafragma controleer je niet alleen de hoeveelheid licht die op je sensor valt, je controleert er ook de scherptediepte in je foto mee. Het diafragma kun je daarbij gebruiken om te zorgen dat alles in je foto scherp is of juist om alles behalve je onderwerp onscherp te maken.
Bij elke foto moet je ervoor zorgen dat exact de juiste hoeveelheid licht op je sensor valt. Als fotograaf heb je drie instelmogelijkheden op je camera die hiervoor zorgen: Diafragma, sluitertijd en lichtgevoeligheid. De combinatie van deze drie instellingen zorgen voor een correct belicht beeld.
Je diafragma instelling is van belang bij elke foto die je maakt. Het is dus de moeite om precies te weten wat je diafragma is, hoe het werkt en –wellicht het belangrijkste- wat het effect is van een gekozen diafragma instelling op je foto. In dit artikel gaan we kijken hoe je het meeste kunt halen uit het gebruik van je diafragma.
Wat is een diafragma
Het diafragma zit niet in de body van je camera, maar in het objectief dat je erop zet. Het diafragma zelf bestaat uit een aantal metalen plaatjes (lamellen genoemd) die samen een cirkelvormige opening vormen.
De lamellen kunnen verschuiven en zo de grootte van de opening veranderen. Een kleinere opening laat uiteraard minder licht door dan een grote opening. Zo kun je met het diafragma de hoeveelheid licht die doorgelaten wordt regelen. Wanneer het diafragma helemaal open staat komt er het meeste licht door heen.
Diafragmagetal
Om met de verschillende diafragma openingen te kunnen werken is er een standaard afgesproken; het f-getal. De f-waarde wordt berekend door het brandpuntsafstand te delen door die diameter van het diafragma. Verwarrend genoeg leidt dit tot een diafragmagetal dat groter wordt naarmate de opening van het diafragma kleiner wordt.
Zo is f/2.8 een laag diafragmagetal met een grote diafragma opening (er komt meer licht door). Heb je het over f/16 dan heb je een hoger diafragmagetal met een kleinere diafragma opening (er komt minder licht door).
De schaalverdeling van f-waarde zie je in de hier getoonde tabel. Elke stap in de tabel staat gelijk aan een halvering van de hoeveelheid licht die doorgelaten wordt. Als je van f/2.8 naar f/4.0 gaat dan komt er dus de helft van de hoeveelheid licht op de sensor terecht. Deze stap noemen we een stop. Bij veel objectieven is het mogelijk ook tussenliggende waarden in te stellen, vaak in 1/3 stops. Je krijgt zo meer mogelijkheden het juiste diafragma voor jouw foto te kiezen.
Diafragmagetal (f-waarde)
f/1.0 | f/1.4 | f/2.0 | f/2.8 | f/4.0 | f/5.6 | f/8.0 | f/11 | f/16 | f/22 | f/32 | f/45 |
Wanneer je dus op een zonnige dag buiten aan het fotograferen bent zul je vaak een teveel aan licht hebben. Dit los je op door de diafragmaopening te verkleinen. Je kiest dus een hoger diafragmagetal zoals f/11. Ga je naar binnen dan neemt de hoeveelheid licht doorgaans flink af. Als je hetzelfde diafragma gebruikt zal je sluitertijd flink omlaag gaan of je lichtgevoeligheid omhoog om toch nog voldoende licht op de sensor te laten vallen.
Om toch nog onbewogen en ruisvrije (een hogere lichtgevoeligheid brengt vaak digitale ruis met zich mee) foto's te maken moet je het diafragma verder openen; je gaat bijvoorbeeld naar f/4.0. Hierdoor komt er drie keer zoveel licht op de sensor.
Lichtsterke objectieven
Je kunt je wellicht voorstellen dat het prettig is een objectief te hebben dat een zo laag mogelijk minimaal diafragmagetal heeft (grote opening). Je kunt dan immers met minder licht nog steeds een goed belichte foto maken. Objectieven met een laag diafragmagetal (bijvoorbeeld f/1.4) zijn moeilijker te maken. Er is meer en beter glas voor nodig en de objectieven worden dus ook groter en zwaarder.
Bijkomend nadeel is dat deze zogenaamde lichtsterke objectieven ook vaak prijzig zijn. Bij de aankoop van een nieuw objectief is het dus belangrijk te letten op het minimale diafragmagetal. Dit getal staat ook altijd op het objectief.
Bij zoomobjectieven is het moeilijker om het objectief lichtsterk te maken want er moeten meer en vaak bewegende elementen in het objectief zitten waardoor je al snel licht verliest. De meeste professionele zoomobjectieven hebben een minimale lichtsterkte van f/2.8 over het hele bereik. Goedkopere zoomobjectieven hebben vaak een lichtsterkte van bijvoorbeeld f/3.5 wanneer de lens helemaal uitgezoomd is en f/5.6 als je ingezoomd bent.
Scherptediepte
Met het diafragma regel je niet alleen de hoeveelheid doorgelaten licht. Een klein diafragmagetal (grote opening) zorgt ook voor een kleinere scherptediepte in je foto. De scherptediepte is het gebied dat scherp is binnen je foto. Dit gebied valt voor ongeveer 1/3 voor het punt waarop je de camera scherp stelt en voor 2/3 achter het scherpstelpunt. Wil je dat alles in je foto haarscherp is dan zul je een hoog diafragmagetal (kleine opening) moeten gebruiken.
Bij een portretfoto kun je een laag diafragmagetal gebruiken
om het model los te zetten van de achtergrond.
Nu is de scherptediepte niet alleen afhankelijk van het diafragma. De grootte van het gebied dat scherp is wordt daarnaast bepaald door het formaat van je sensor, de afstand tot je onderwerp en het gebruikte brandpuntsafstand. Gebruik je een teleobjectief dan is een kleiner gebied scherp in je foto (bij hetzelfde diafragma) dan wanneer je een groothoek objectief gebruikt.
Ook de afstand tot je onderwerp speelt mee; bij een kleinere afstand is de scherptediepte in de foto ook kleiner. Denk bijvoorbeeld aan het fotograferen van een bloem, je krijgt al snel een onscherpe achtergrond. Stel je scherp op een berglandschap, dan zullen alle bergen in de foto scherp weergeven worden ongeacht het gebruikte diafragma.
Dat het formaat van de sensor ook mee speelt zul je doorgaans niet merken, maar kan toch handig zijn om te weten. Zo zijn compactcamera's met hun kleine sensoren hierdoor erg geschikt voor macrofotografie. Je wilt dan een grote scherptediepte terwijl je toch erg dicht op het onderwerp zit.
Een full-frame digitale spiegelreflexcamera is dankzij het grootte formaat sensor dan weer erg geschikt om te werken met een kleine scherptediepte. Bij macrofoto's kun je met een full-frame sensor echter in de problemen komen doordat je het diafragma helemaal dicht moet draaien (groot diafragmagetal, kleine opening) om voldoende scherptediepte in je foto te krijgen. Je hebt dan wel heel veel licht nodig om geen bewegingsonscherpte te krijgen.
Het kunnen gebruiken van een kleinere scherptediepte is voor veel fotografen een reden om te werken met spiegelreflex camera's. Je kunt scherptediepte in je foto namelijk uitstekend gebruiken om de nadruk op je onderwerp te leggen. Door een klein diafragmagetal (grote opening, kleine scherptediepte) te gebruiken zorg je dat alleen je onderwerp scherp is en dat de achtergrond door een zachte waas van onscherpte niet langer meer afleidt.
Creatief met scherptediepte
Wil je echt iets bijzonders doen met scherptediepte dan kun je eens kijken naar de zogenaamde tilt-shift objectieven. Hiermee kun je het scherptegebied op een andere manier over je beeld leggen als gebruikelijk. Dit kan een bijzonder effect opleveren. Zo kan een stadsoverzicht ogen alsof je een miniatuur hebt gefotografeerd.
Tilt-shift objectieven zijn helaas wel erg prijzig. Een alternatief zijn de Lensbaby objectieven; met deze lensjes kun je ook op een creatieve manier omgaan met de scherptediepte in je foto. Het effect is natuurlijk ook weer na te bootsen in Photoshop.
Bokeh
De onscherpte die ontstaat voor en achter je onderwerp bij een kleine scherptediepte noemen we bokeh. Deze onscherpte is bij verschillende objectieven ook verschillend van kwaliteit. Vaak hebben duurdere objectieven ook een plezierige bokeh. De achtergrondonscherpte is dan prettiger om naar te kijken. Vaak is deze dan 'romiger'.
De achtergrondonscherpte wordt onder andere bepaald door je diafragma en het aantal lamellen dat het diafragma heeft. Hoe meer lamellen er in het diafragma zitten hoe ronder de opening is die het diafragma vormt. Bij minder lamellen wordt de diafragmaopening hoekiger. Deze vorm zie je terug in lichtpuntjes in de onscherpe achtergrond van je foto.
Je eigen bokeh
De vorm van het diafragma zie je terug in de achtergrondonscherpte. Je kunt hier op een bijzondere manier gebruik van maken door een eigen vorm te gebruiken. Knip of snij een vormpje uit een stuk dik zwart papier en dek hiermee de voorkant van je objectief af.
Zet je camera op diafragmavoorkeuze en kies een zo groot mogelijk diafragma (laag diafragmagetal). Maak nu een foto van een onderwerp waarbij je zorgt dat de achtergrond onscherp is. Het effect is het duidelijkste in kleine lichtpuntjes in deze onscherpe achtergrond. Zo kun je bijvoorbeeld hartjes, sneeuwvlokjes of kleine maantjes in je bokeh krijgen. Lijkt je het leuk om hier wat mee te spelen, bekijk dan ook deze video die eerder op Photofacts verscheen.
Controle over je diafragma
Om gebruik te maken van de effecten die je met verschillende diafragma instellingen kunt krijgen moet je de camera van de automatische stand afhalen. Elke spiegelreflex camera en de betere digitale compactcamera's bieden de mogelijkheid het diafragma handmatig in te stellen.
Je hoeft niet bang te zijn dat dan de belichting van je foto gelijk in het honderd loopt, want je kunt de camera nog steeds de bijbehorende overige instellingen laten bepalen. Gebruik hiervoor de diafragmavoorkeuze op je camera. Bij de meeste camera's is dit de A-stand (naar het Engelse aperture dat diafragma betekent), Canon gebruikt de aanduiding Av.
Wanneer je de camera in de diafragmavoorkeuze gebruikt kun je met het instellingswieltje het gewenste diafragma instellen. De camera past automatisch de sluitertijd (en eventueel de lichtgevoeligheid wanneer deze op automatisch staat) aan om te zorgen voor een correcte belichting. Hoe verder je het diafragma dicht draait, hoe minder licht er binnen komt en hoe langer de sluitertijd wordt.
Houdt bij gebruik van diafragmavoorkeuze altijd de sluitertijd in de gaten. Wanneer je een kleinere diafragmaopening gebruikt (groot getal, veel scherptediepte) zal je sluitertijd langer worden. Hierdoor kun je last krijgen van bewogen foto's.
Je kunt hierbij de richtlijn gebruiken dat de sluitertijd minimaal gelijk moet zijn aan je brandpuntsafstand. Fotografeer je met een 200mm teleobjectief dan moet je sluitertijd minimaal 1/200ste seconde zijn. Mocht je camera of objectief over beeldstabilisatie beschikken dan kan dit twee tot drie stops schelen.
Scherptediepte Photoshoppen
Achteraf een scherpe foto voorzien van achtergrondonscherpte is in Photoshop goed te doen. Andersom is helaas onmogelijk. Het kan dus verstandig zijn soms te kiezen voor wat extra scherptediepte wanneer je een moment snel wilt vastleggen. Mocht er geen haast bij zijn, dan probeer je gewoon meerdere diafragma instellingen.
Uitproberen
Om het effect van het diafragma echt goed te zien en te leren gebruiken moet je er natuurlijk gewoon mee aan de slag gaan. Zet de camera dus op diafragmavoorkeuze en experimenteer met verschillende diafragma's.
Heb je moeite om een kleine scherptediepte terug te zien met jouw camera en de gebruikte lens? Plaats dan je onderwerp erg dichtbij en zorg dat de achtergrond op een paar meter afstand pas begint. Je achtergrond zal dan gegarandeerd onscherp op de foto komen. Gebruik hierbij natuurlijk wel een klein diafragma.
Meer weten over de basis van fotografie?
Bij Photofacts Academy, onze online leeromgeving voor fotografen, hebben we een complete basiscursus over fotografie. Je kunt deze cursus twee weken lang volgen met een gratis proeflidmaatschap.
Wil jij ook gave foto's maken?
Probeer twee weken gratis onze online cursussen over fotografie. Je krijgt direct toegang tot meer dan 100 cursussen. Na twee weken vervalt je proeflidmaatschap automatisch. Je zit dus nergens aan vast.14 dagen gratis fotografiecursussen kijken
Dit artikel is voor het laatst bijgewerkt op 12 december 2018.
De eerste publicatiedatum is donderdag 6 oktober 2011, 20:18.
Over de auteur
Elja Trum is oprichter van Photofacts, online fotografiecursussite Photofacts Academy en het blog Teslafacts. Hij schrijft sinds 2006 over fotografie. Elja is ook auteur van boeken over zwart-witfotografie, flitsfotografie en portretfotografie.
19 reacties
-
Koen schreef op donderdag 6 oktober 2011 om 20:57 | reageer
Wel een beetje meningen gebaseerd, dit artikelen. Niet echt een photo'fact'.
-
Elja Trum schreef op donderdag 6 oktober 2011 om 21:23 | reageer
@Koen; hmm, volgens mij is dit artikel meer op feiten gebaseerd dan de meeste artikelen hier op Photofacts. Maar als je een andere mening hebt over hoe diafragma werkt en over hoe je het kunt gebruiken, deel deze dan alsjeblieft met ons in de reacties. Je aanvullingen en opmerkingen zijn van harte welkom!
-
Ramon schreef op donderdag 6 oktober 2011 om 21:31 | reageer
In de tekst worden de termen klein diafragma en klein diafragmagetal wel eens verwisseld.
-
Elja Trum schreef op donderdag 6 oktober 2011 om 21:47 | reageer
@Ramon; ik heb de tekst nogmaals nagelezen en ben het één maal tegen gekomen. Mocht je er nog meer weten te vinden laat het me vooral even weten.
@Michaël; bedoel je deze video?Johannes Klapwijk schreef op donderdag 6 oktober 2011 om 22:42 | reageerMooi uitgebreid artikel dat de basis weer eens goed behandeld, lijkt mij een mooie aanvulling hier.
We hebben ten slotte verschillende bezoekers met verschillende ervaringsniveau's hier lijkt mij?gast schreef op donderdag 6 oktober 2011 om 23:00 | reageerDeze video is leuker en gaat over het zelfde onderwerp.
Reinoud schreef op donderdag 6 oktober 2011 om 23:00 | reageerEr zit een systeem in de diafragmagetallen: een stop is een factor 1.4 (wortel 2). Dus twee stops is een factor 2.
Dus van f/4 naar f/8 zijn twee stops, en naar f/16 weer twee (en f/5.6 naar f/11 naar f/22 dus ook).
Dat maakt het voor mij makkelijk onthouden en makkelijk instellentonv schreef op vrijdag 7 oktober 2011 om 08:01 | reageerHeldere post met bruikbare informatie. Een punt wat ik er aan toe zou willen voegen is dat bij kleinere diafragma's dan f10 de image quality flink achteruit gaat (diffractie). Daarnaast is het wetenswaardig bij welke diafragma's een bepaald objectief optimaal presteert (sweet spot). Bijvoorbeeld bij f5.6 presteert vrijwel elk objectief prima.
Paul Oosterlaak schreef op vrijdag 7 oktober 2011 om 09:29 | reageerDiffractie treedt altijd op, alleen de mate waarin hangt af van je diafragma (en golflengte, maar dat is niet zo boeiend). Diffractie wordt pas een probleem als de onscherpte veroorzaakt door diffractie groter is dan de scherpte door het dichtknijpen van je diafragma (lenzen geven scherper beeld bij dichtgeknepen diafragma). Wanneer dit punt bereikt wordt (diffractielimiet), hangt af van de sensorgrootte. Daarnaast is het ook altijd een afweging tussen diffractie en scherptediepte. Op een fullframe camera zul je meer moeten knijpen om een bepaalde scherptediepte te krijgen, gelukkig ligt de diffractielimiet dan ook hoger op een fullframecamera.
Daarnaast noem je dat een fullframe camera minder geschikt is voor macro vanwege kleinere scherptediepte, maar daar staat tegenover dat je de iso-waarde makkelijker omhoog kunt zetten, zonder veel last van ruis te krijgen vergeleken met een APS-C camera. Het voordeel van APS-C ligt dus niet in de scherptediepte, maar in de pixeldichtheid, waardoor je gewoon meer "pixels per vlieg" hebt.Nouks schreef op vrijdag 7 oktober 2011 om 12:37 | reageer@Paul: mwoh, niet helemaal.... De 30D heeft ongeveer dezelfde pixel density als een 5D2 maar produceert toch echt andere resultaten. En uiteindelijk is de winst die je met een full-frame camera maakt in de hoge ISO's waarneembaar, maar niet verschrikkelijk groot.
Paul Oosterlaak schreef op vrijdag 7 oktober 2011 om 15:57 | reageerIk beweer ook niet dat dezelfde pixeldensity dezelfde ruisprestaties oplevert. Wel kun je verwachten dat je met dezelfde technologie ongeveer dezelfde ruisprestaties krijgt (de 5D2 heeft een nieuwere sensortechnologie waardoor je betere ruisprestaties hebt). Maar het blijft vaak een richtlijn, geen exacte wetenschap.
Paul Oosterlaak schreef op vrijdag 7 oktober 2011 om 18:27 | reageerIk wou ook nog even zeggen dat alleen bij focussen op hyperfocale afstand de 1/3 voor en 2/3 achter scherp geldt. Hoe dichterbij je focust hoe meer het op 1/2 voor 1/2 achter scherp uitkomt
Ton Winkel schreef op maandag 10 oktober 2011 om 10:31 | reageerHoi Elja, interessant artikel. Geeft de basis nog eens goed weer. Ik heb echter een vraag over het diafragmagetal. Onder dit kopje geef je aan dat bij een verhoging van f2.8 naar f4.o er een stop bij komt en dat er dus dubbel zoveel licht op de sensor tercht komt. Even verder onder dit zelfde kopje bij een verlaging van f11 naar f4.0, dat er dan driemaal zoveel licht op de sensor valt.Wat is er nu juist?
Elja Trum schreef op maandag 10 oktober 2011 om 11:23 | reageer@Ton; jij zit goed op te letten! Dat was inderdaad tegenstrijdig. Ik heb het artikel erop aangepast. Sorry voor de onduidelijkheid!
f/2.8 naar f/4.0 is een halvering van de hoeveelheid licht.
f/4.0 naar f/2.8 is een verdubbeling van de hoeveelheid licht.
Hoe hoger het diafragmagetal wordt, hoe kleiner de diafragma opening en dus hoe minder licht er door komt.connie schreef op woensdag 12 oktober 2011 om 15:15 | reageerIk ben blij met de reactie van Johannes want niet iedereen is even ver in de fotografie.
eduardvanmil schreef op woensdag 4 januari 2012 om 17:10 | reageerSorry Elja, ik lees het artikel nu pas, door onze vakantie toen waarschijnlijk gemist. Een nuttige heldere uitleg en het bevestigd (gelukkig) mijn kennis. Onder de reacties boven zitten ook ervaren fotografen, het siert ze dat ook reageren op dit basis gegeven. Chapeau!!
Deel jouw mening
Let op: Op een artikel ouder dan een week kan alleen gereageerd worden door geregistreerde bezoekers.Wil je toch reageren, log in of registreer je dan gratis.
Ook interessant
-
Hoe gebruik je scherptediepte op de juiste manier?
door Elja Trum
-
Straatfotografie tip: Fotograferen terwijl je loopt
door Michiel Heijmans
-
Niet genoeg scherptediepte in je landschap? Gebruik focusstacking.
door Nando Harmsen
-
Straatfotografie tip: Het gemak van diafragmavoorkeur
door Michiel Heijmans
Ontvang wekelijks fotografietips in je inbox
44.748 fotografie enthousiastelingen ontvangen de tips al!
Meer over de wekelijkse mail. Of blijf op de hoogte via
Elja Trum
Photofacts; alles wat met fotografie te maken heeft!
Wil je graag mooiere foto's maken en op de hoogte blijven van ontwikkelingen binnen de fotografie? Photofacts plaatst leerzame artikelen die gerelateerd zijn aan fotografie. Variërend van product-aankondiging tot praktische fotografietips of de bespreking van een website. Photofacts bericht dagelijks over fotografie en is een uit de hand gelopen hobby project van Elja Trum. De artikelen worden geschreven door een team van vrijwillige bloggers. Mocht je het leuk vinden om een of meerdere artikelen te schrijven op Photofacts, neem dan contact op.Meer over PhotofactsGratis eBook: Fotograferen van Kinderen
Mis dit niet: Tips voor adembenemende familiekiekjes!
Ontdek 25 praktische tips waardoor je prachtige foto's van je (klein)kinderen kunt maken. Je krijgt van mij ook wekelijks nieuwe fotografietips per mail.