Schiet ook eens analoog
zondag 13 november 2011, 21:53 door Bram Berkien | 9.353x gelezen | 27 reacties
Recent las ik op een fotografie-blog een stukje met als titel: 'waarom de analoge trend onzin is'. Hierin betoogde de schrijver dat de voorliefde die sommige mensen nog altijd of weer koesteren voor analoog fotograferen onzin is, omdat de kwaliteit van digitale foto's die van analoge foto's ondertussen ruim heeft ingehaald.
Ook gaf hij aan dat het niet bijster consequent is dat mensen analoog fotograferen en vervolgens de negatieven scannen, er met Photoshop op los gaan en het resultaat op internet plaatsen.
Ik ga hier niet beargumenteren waarom analoog beter of mooier zou zijn. Ook zal ik niet bestrijden dat aan het digitaliseren van analoge foto's een vrij hypocriet luchtje zit. Waar ik wel voor wil pleiten, is dat het nuttig kan zijn om op film te schieten. Hiervoor heb ik twee argumenten.
Niet oneindig fotograferen
Een van de grootste voordelen van digitaal fotograferen is dat je in principe zo veel foto's kunt maken als je maar wilt. De prijs van geheugenkaarten daalt nog altijd en zeker als je niet in RAW fotografeert kun je met slechts één kaartje een tijd vooruit. Ik ken genoeg amateurfotografen die nog foto's van een jaar geleden op hun kaartje hebben staan, simpelweg omdat ruimtegebrek geen argument meer is om te formatteren.
Dit grote voordeel is wat mij betreft echter ook meteen een groot nadeel: omdat je weet dat je toch praktisch zo veel foto's kunt maken als je wilt, besteed je minder aandacht aan elke afzonderlijke foto. In veel gevallen, zoals bij bewegende onderwerpen (sport) is dat prima. Het is onmogelijk om een raceauto of voetballer in actie goed vast te leggen als je daar slechts één poging voor hebt.
Ook bij portretfotografie is het een voordeel om veel foto's te kunnen maken. Mensen, vooral niet-professionele modellen, zijn zo onvoorspelbaar in hun gezichtsuitdrukking dat je voor de zekerheid maar beter een foto meer dan minder kunt maken. Maar in veel andere gevallen waarbij het onderwerp stil staat kun je het prima met slechts één foto doen.
Mijn stelling is dat mensen, omdat ze weten dat ze toch zo veel foto's kunnen maken als ze willen, minder goed nadenken over de foto. Minder goed nadenken over de compositie, over de belichting, over de kleuren, over het contrast, over de houding van modellen. De procedure is vaak: eerst een aantal keer klikken, kijken naar het resultaat, nog een paar keer klikken en dan pas nadenken over wat er niet goed is, wat hun visie is voor de foto en hoe die het beste kan worden vertaald naar een compositie.
Als je weet dat je maar één rolletje hebt met daarop 36 opnamemogelijkheden, ga je automatisch beter nadenken voordat je een foto maakt. Uiteraard kan dat ook met een digitale camera, maar de verleiding is dan groot om toch van de zelfopgelegde beperking af te wijken. Een analoge camera dwingt je om na te denken.

Denk voordat je schiet
De Engelse taal kent een mooi begrip voor mensen die onmiddellijk nadat ze een foto hebben gemaakt het resultaat bekijken: chimping. Waar de uitdrukking vandaan komt is niet geheel duidelijk, maar men veronderstelt dat chimping ongeveer is als hoe een aap verbijsterd naar zijn eigen foto zou kijken op het schermpje.
Op zichzelf kan chimping niet zo veel kwaad, maar de kans bestaat wel dat je er een volgend moment dat zich recht voor je neus voltrekt mee mist. Belangrijker nog, net als hierboven beschreven: het leidt er toe dat je als fotograaf niet meer nadenkt voordat je een foto maakt.
Fotograferen wordt een trial-and-error proces, terwijl veel mankementen in foto's eenvoudig vermeden kunnen worden als de fotograaf voor hij een foto heeft gemaakt beter nadenkt en kijkt. Uiteraard wordt dit steeds minder naarmate je je als fotograaf verder ontwikkelt, maar zolang je nog in het groeiproces zit, is dit punt relevant.
Waar bij een digitale camera een LCD-schermpje prijkt, zie ik bij mijn analoge camera slechts een zwarte plastic achterkant. Nadat je met een analoge camera een foto maakt, kun je praktisch op geen enkele manier controleren of de belichting inderdaad goed was en terugkijken hoe de compositie er uit ziet.
Enorm vervelend inderdaad, maar ook een beperking die je er toe dwingt om na te denken voordat je een foto maakt. Wederom, je kunt er voor kiezen om je foto niet terug te kijken op je digitale camera, maar de ervaring (mijn eigen ervaring) leert dat dan toch soms de verleiding te groot wordt. Juist bij foto's die wat lastiger zijn wat betreft belichting en compositie. En juist bij die foto's kan het nuttig zijn om gedwongen te worden eerst goed na te denken.

Limitaties
Het punt dat ik probeer te maken is niet dat je analoog zou moeten fotograferen, in plaats van digitaal. Analoog fotograferen is naar mijn mening niet meer realistisch voor professionele fotografen, tenzij je Anton Corbijn heet of enorm koppig bent en denkt dat klanten het zeer op prijs stellen dat je analoog werkt.
De workflow is traag en bewerkelijk en de kosten van film en doka zijn hoog (hoewel een computer, bewerkingssoftware en externe opslag ook niet goedkoop zijn). Voor werk in opdracht is analoog fotograferen niet realistisch. Maar voor fotografen die niet in opdracht werken, of voor professionele fotografen die zich verder willen ontwikkelen, moedig ik het maken van vrij werk op film aan.
Vanwege de twee beperkingen die ik hierboven beschreef, word je gedwongen om veel beter na te denken over wat je met de foto wilt en hoe je dat kunt bereiken. Wat is het belangrijkste onderwerp in de foto, waar plaats ik dit onderwerp, hoe belicht ik het onderwerp, welke beeldelementen wil ik wel en niet in beeld, wat is de sfeer die ik op wil roepen, wat is mijn visie voor deze foto? Daarnaast is het ook gewoon heel leuk om als het ware met een handicap te fotograferen, het daagt je uit, ook om creatiever te zijn.
Zelf neem ik af en toe een analoge camera mee, bijvoorbeeld op een vrije middag, of op vakantie als ik weet dat er toch tal van anderen zijn die een digitale camera meenemen voor de obligate sfeerfoto's. De foto's bij dit artikel maakte ik in Griekenland met een 50mm lens, de enige lens die ik bij me had. Ook jezelf beperken tot één brandpuntsafstand is overigens een goede oefening, maar dat is weer een heel ander verhaal..