Paul Oosterlaak schreef op donderdag 1 februari 2018 om 11:08
Te ver dichtknijpen van het diafragma zorgt voor diffractie, vooral op camera's met een hoge pixeldichtheid (24MP aps-c, 50MP fullframe). Dus afstoppen boven f/11 zorgt alleen maar voor softere foto's. Scherptediepte met een groothoeklens is vaak op f/5.6 of f/8 al groot genoeg.
De optimale scherpte bij een lens wordt door 2 zaken bepaald: hoe scherp is de lens en waar ligt de diffractielimiet van je sensor.
Een voorbeeld van een superscherpe lens is de Sigma 135mm f/1.8 Art (heb hem zelf ook).
Je ziet dat de maximale scherpte al bij f/2.8 wordt gehaald. Deze scherpte ligt zo absurd hoog, dat verder afstoppen voor meer diffractie zorgt en de scherpte afneemt (is dan nog steeds net zo scherp, zo niet scherper dan andere lenzen).
Nemen we een andere minder scherpe lens: de Canon 50mm f/1.2L, dan zie je dat de lens veel verder afgestopt moet worden voor optimale scherpte tot ongeveer f/5.6-f/8.
Je ziet dat de maximale scherpte in het centrum op f/8 voor beide lenzen hetzelfde is, omdat de lens daar door diffractie wordt gelimiteerd.
Ik werk zelf alleen met lenzen die ik afstop voor meer scherptediepte, niet voor meer scherpte, omdat ze allemaal op groot diafragma al heel scherp zijn van hoek tot hoek (Zeiss 21/2.8, Sigma 50/1.4 Art, Zeiss MP 100/2, Sigma 135/2 Art, Canon 200/2.8L).
Voor macro-fotografie gelden andere regels. Hier is de focusafstand zo verschrikkelijk kort, dat onscherpte door diffractie minder erg is dan onscherpte door te kleine scherptediepte.