Workflow voor de ideale camera-settings
donderdag 9 juli 2020, 09:55 door Michelle Peeters | 31.990x gelezen | 30 reactiesEen systeem of workflow dat je vanzelf naar de juiste camera-instellingen (diafragma, sluitertijd, iso) voor een bepaalde foto-situatie leidt, het klinkt te mooi om waar te zijn. Toch is het mogelijk, zoals ik in dit artikel zal proberen te laten zien.
Ik ga hier niet heel uitgebreid uitleggen wat sluitertijd, diafragma en iso doen. Dit kun je nalezen in een aantal artikelen die we hier al eerder over geschreven hebben. Onderstaand spiekbriefje laat je het hele verhaal eigenlijk al in een notendop zien.
In dit artikel leg ik alleen de workflow uit waarmee je altijd de juiste sluitertijd, iso en het juiste diafragma kiest, in elke denkbare fotografie-situatie. Diafragma, sluitertijd en iso-waarde zijn de belangrijkste camera-instellingen in de fotografie en voor het beheersen van die 3 instellingen moet je echt een diepe intuïtie hebben van hoe ze werken.
De belangrijkste vraag die je jezelf voortdurend moet stellen is: hoe helder of licht zal je foto zijn? Eén van de aspecten van belichting is de helderheid van de buitenwereld oftewel het omgevingslicht.
Soms kun je het omgevingslicht veranderen door licht toe te voegen met een flitser of je kunt het juist filteren of dimmen door het gebruik van grijsfilters. Maar meestal zul je moeten omgaan met het licht dat er al is (het bestaande of omgevingslicht). Dus wat kun je doen om de camera zelf anders in te stellen om meer of minder licht vast te leggen?
De belichtingsdriehoek
Toch nog maar even een korte uitleg over de belichtingsdriehoek. De uiteindelijke belichting op de foto van een scène wordt bepaald door een samenspel van het diafragma, de sluitertijd en de iso lichtgevoeligheid, zoals je op boven- en onderstaand spiekbriefje kunt zien.
De duur van je belichting is de sluitertijd. De sluitertijd heeft ook invloed op hoeveel beweging je vastlegt. Mogelijk heb je 1/30 seconde, 1/50 seconde of een nog snellere sluitertijd nodig wanneer je je camera vasthoudt.
Elke camera heeft een diafragma dat licht binnenlaat om je foto lichter of donkerder te maken. Het diafragma dat je kiest, verandert ook de scherptediepte. Scherptediepte is hoeveel van je foto scherp is van voren naar achteren. Hoe groter het diafragma (kleiner getal), hoe groter de onscherpte op de achtergrond.
Workflow / stappenplan
Er zijn drie manieren om meer licht vast te leggen: omgevingslicht, sluitertijd, diafragma. Als je foto dan nog steeds te donker is, kun je de iso-waarde van je camera verhogen.
De beste manier om het systeem of de workflow (zie onderstaand schema) te begrijpen, is door enkele voorbeeldfoto's te bekijken, waarbij de stappen (1 tot en met 5) in het schema steeds kunnen worden gevolgd.
Voorbeeldfoto 1: alleen diafragma, lage iso
Op onderstaande voorbeeldfoto zie je een boomkikkertje. De camera-instellingen die ik erbij gebruikt heb zijn: iso100, diafragma f/4, sluitertijd: 1/250. Dit lijkt misschien een moeilijke foto om te maken, maar de instellingen waren eigenlijk heel eenvoudig.
Ik begin altijd met het instellen van de iso-waarde (1). Die zet ik altijd op de laagst mogelijke waarde en dat is 100. Ik doe dit omdat je feitelijk niet meer licht vangt door de iso te verhogen. Je krijgt 'schonere' foto's met minder ruis door een lage iso in te stellen en je foto's in plaats daarvan helderder te maken met diafragma en sluitertijd.
De volgende stap is diafragma (2), de belangrijkste camera-instelling omdat deze de scherptediepte beïnvloedt. Scherptediepte heeft een enorme creatieve impact op het uiterlijk van je foto. Hier wilde ik het kikkertje isoleren met een mooie wazige achtergrond.
Dus gebruikte ik het grootst mogelijke diafragma op mijn objectief (de grootste opening betekent de meeste onscherpte op de achtergrond). Met dit objectief was het grootste diafragma toevallig f/4. Dus de volgende stap was om de juiste sluitertijd (3) te kiezen die me de juiste helderheid gaf. Hier bleek dat 1/250 seconde te zijn.
En in dit geval was dat ideaal omdat het snel genoeg was om eventuele bewegingsonscherpte weg te werken. Als de kikker was weggesprongen, zou de foto op 1/250 wazig zijn geweest. Maar hij bleef gewoon rustig zitten waardoor mijn foto helemaal scherp is. Dit was een gemakkelijke foto omdat ik precies de instellingen kreeg die ik wilde.
Voorbeeldfoto 2: kortere sluitertijd
Hieronder zie je een iets ander maar ingewikkelder voorbeeld. Ik nam deze vlinderfoto op 1/400, diafragma f/4, iso 280. Ik begon weer bij het instellen van de iso-waarde (1), allereerst op de laagst mogelijke waarde van 100. Ik wilde weer een wazige achtergrond, dus zette ik het diafragma (2) weer op f/4.
Hier zou ik de juiste belichting hebben gekregen bij een sluitertijd (3) van 1/150. Dus waarom heb ik die sluitertijd dan niet gebruikt? Bewegingsonscherpte! De vlinder zat op een bloem die in de wind bewoog. En close-upfotografie vergroot zowieso al iedere trilling van de camera.
Dus om hier een scherpe foto te krijgen, moest ik een kortere sluitertijd (4) gebruiken, namelijk 1/400. En dit is ook het punt waar het systeem in het spel komt. Het is eigenlijk een soort puzzel. Ik heb iso, diafragma en sluitertijd ingesteld en nu heb ik de onderkant van het schema nodig.
Dus, terug naar diafragma. Ik verander mijn diafragma hier liever niet omdat ik blij ben met mijn geringe scherptediepte. Dus ik houd hem op f/4. Dat brengt me terug naar iso. Mijn foto is te donker met de instellingen die ik nu heb, dus ik heb geen andere keuze dan de iso (5) te verhogen.
Dat is niet ideaal en het klopt dat er een beetje meer ruis in deze foto zit als je helemaal inzoomt, maar dit is nog altijd veel beter dan het vastleggen van bewegingsonscherpte of de verkeerde scherptediepte, wat je foto zal ruïneren.
Voorbeeldfoto 3: langere sluitertijd
Hieronder nog een foto, deze keer een stadsgezicht (Matera in Italië). Ik deed weer hetzelfde als voorheen: iso 100 (1) om te beginnen. En dan de scherptediepte (2). Dat was hier niet echt een probleem, want wat je ook doet, je kunt die geringe scherptediepte bijna niet voor elkaar krijgen als alles zo ver weg is.
Dus ik heb gewoon een gemiddeld diafragma (2) ingesteld; f/11. Dat is een goede balans omdat middelgrote diafragma's meestal zelfs een scherper beeld geven dan het allerkleinste (f/32 bijvoorbeeld).
De scherptediepte was in dit geval geen probleem; omdat alles toch ver weg is en ik met een groothoek-objectief fotografeerde. In zo'n geval kun je net zo goed een gemiddeld diafragma kiezen. Vervolgens was de sluitertijd (3) aan de beurt.
Zoals je kunt zien was de zon net onder toen ik deze foto nam. En om de juiste helderheid in belichting te krijgen had ik een behoorlijk lange sluitertijd nodig; in dit geval 1,6 seconde.
Als ik mijn camera vasthield om deze foto te maken, zou het van dichtbij behoorlijk onscherp zijn geweest, omdat ik mijn handen niet 1,6 seconde volledig stabiel kan houden. Maar ik gebruikte een statief wat je zoveel meer flexibiliteit geeft met lange sluitertijden.
Dus de foto op 1,6 seconde is ongelooflijk scherp. Het valt je misschien op dat de wolken op de achtergrond wat wazig zijn omdat ze bewogen tijdens de belichting. Het stoort me niet echt, omdat ze niet het hoofdonderwerp zijn, maar dit is wel wat je krijgt als je sluitertijd wat langer wordt.
Voorbeeldfoto 4: iso omhoog
Vervolgens een wildlife foto die wat ingewikkelder was om te maken. Misschien kun je al een paar van de moeilijkheden zien in de foto door er even naar te kijken. Het weer was niet al te helder, de onderwerpen bewogen behoorlijk snel en ik wilde veel scherptediepte om alledrie de papegaaiduikers er redelijk scherp op te krijgen..
Ook wilde ik geen al te onscherpe achtergronden hier, ik wilde echt die vuurtoren in de verte nog enigszins kunnen onderscheiden.
Laten we het proces dus opnieuw doorlopen. Ik begon weer met iso 100 (1) en stelde vervolgens het diafragma (2) in op alles wat ik nodig had om de juiste scherptediepte te krijgen. Hier had ik helaas in zekere zin veel scherptediepte nodig. Ik stelde f/16 in. Waarom is dit zo jammer?
Een f/16 diafragma is heel klein. Deze kleine opening gaf me veel scherptediepte, maar liet heel weinig licht door. En dan over naar de sluitertijd (3). Om de juiste helderheid te krijgen, had ik een sluitertijd van 1/50 nodig. Maar dat ging gewoon niet werken. De vogels vlogen veel te snel.
In feite vlogen ze zo snel dat ik een sluitertijd van 1/2000 nodig zou hebben. En zelfs dat is niet snel genoeg, als je inzoomt, zie je bewegingsonscherpte aan de vleugel van één van de vogels. Maar 1/500 was de absoluut langste belichting die ik hier kon hebben.
Als je vervolgens teruggaat in het schema: ik kon het diafragma (2) niet echt veranderen omdat ik deze scherptediepte echt nodig had, dus ik liet die op f/16 staan. En dan is iso (5) het enige dat overbleef. Ik had hier geen andere keuze dan de iso (5) omhoog te schroeven naar 3200, anders was mijn foto gewoon te donker.
Nu had ik een foto kunnen maken die echt donker is en deze achteraf op kunnen helderen in Photoshop, maar dit komt de beeldkwaliteit niet ten goede. Beter is het om de iso (5) te verhogen. En dat dit werden dan mijn uiteindelijke camera-instellingen: iso3200, diafragma f/16, sluitertijd 1/2000.
Als je inzoomt zie je zeker wat korrelige en verkleurde stukken in de foto. Dat is een onvermijdelijk gevolg waar ik mee zal moeten leven. De enige manier om dit probleem op te lossen, is een langere sluitertijd (4) of een groter diafragma (5). Beide zouden consequenties hebben gehad die ik niet wilde accepteren in dit geval.
Voorbeeldfoto 5: hoge iso en groot diafragma
Het laatste voorbeeld om het af te ronden is onderstaande foto van de Melkweg. Dit soort foto's zijn niet gemakkelijk te nemen en veel mensen willen weten hoe ze het moeten doen. We lopen weer hetzelfde proces door, te beginnen met de iso-stand (1) op 100.
Ga vervolgens naar diafragma (2). Nu is alles hier enigszins ver verwijderd van mijn camera, dus misschien zou een gemiddeld of zelfs klein diafragma werken. Zeg f/8. En dan volgt weer de sluitertijd (3). Een ding dat belangrijk is voor fotografie van de melkweg is dat de sterren langs de hemel bewegen.
Niet iets dat je met het blote oog kunt waarnemen, maar met je camera wordt alles dat langer dan 20 seconden wordt belicht wazig. Ook hangt dit af van je objectief en de richting waarin je kijkt. Maak in ieder geval een aantal testfoto's! Het absoluut langste qua belichtingstijd waarmee ik kon wegkomen was 25 seconden.
Met deze instellingen ziet je foto er echter volledig zwart uit. Dus laten we het proces weer eens opnieuw doorlopen. Ik sla het diafragma (2) weer over, omdat ik die scherptediepte echt wil (echter bij sterrenfotografie is dit minder relevant vanwege de afstand, maar daar kom ik later op terug).
Het wordt dus tijd om mijn iso (5) op te blazen. Maar het lijkt erop dat ik een iso van 25.600 nodig zou hebben om een foto te krijgen die helder genoeg is.
Dat is niet bepaald een recept voor een goede beeldkwaliteit, maar wat blijft er dan over? Er is hier nauwelijks omgevingslicht, ik heb mijn sluitertijd gemaximaliseerd. Een flits zou de sterren zeker niet oplichten, omdat het sterren zijn... Dus het enige wat overblijft is om een groter diafragma te gebruiken, zodat ik meer licht kan vangen.
Ik gebruik het grootste diafragma op mijn objectief: f/2.8. Ik doe dit niet graag voor landschapsfotografie omdat je scherptediepte verliest. Maar het was mijn enige optie. Dus de uiteindelijke instellingen waren f/2.8, 25 seconden en dan krijg ik een goed belichte foto op iso 3200 in plaats van 25.600.
Het is nog steeds een behoorlijk hoge iso en ik kan zeker wat korrel en ruis zien wanneer ik inzoom. Bovendien zie je ook enkele gebieden die onscherp zijn vanwege de instelling van het wijd open diafragma. En daar is geen oplossing voor.
Maar als je de foto als geheel bekijkt, is deze scherp. Ik moest een compromis sluiten over iso (5) en scherptediepte (5) en dat is niet ideaal, maar het verpest de foto ook weer niet.
Workflow in het kort
Als afsluiting zal ik de workflow met de daadwerkelijke stappen nog een keer samenvatten Begin met iso (1). Stel de basis iso met de laagste waarde in op je camera. Voor de meeste camera's is dat iso 100. Ga vervolgens naar diafragma (2) en kies de waarde die je de juiste scherptediepte geeft.
Of je nu een geringe of grote scherptediepte wilt, dit bepaal je met je diafragma. Ga vervolgens naar de sluitertijd (3). Stel de waarde in die je puur en alleen de juiste belichting geeft. Dat hangt af van het omgevingslicht, maar vaak zul je na deze stap al klaar zijn. Behalve wanneer je met deze sluitertijd bewegingsonscherpte krijgt.
Als je geen bewegingsonscherpte wilt, moet je een snellere sluitertijd (4) gebruiken. Nu wordt je foto vaak te donker. De laatste stap is om die helderheid terug te krijgen.
Je kunt het omgevingslicht gewoon veranderen als je er controle over hebt, maar normaal gesproken komt het neer op het gebruik van een hogere iso (5) of mogelijk een groter diafragma (5). Beide settings in stap 5 hebben een compromis.
Ik begin persoonlijk altijd met het veranderen van de iso (5) omdat ik erg kieskeurig ben over mijn scherptediepte en ik liever hetzelfde diafragma wil behouden. Maar zoals ik heb laten zien met de melkwegfoto, is dat gewoon niet altijd mogelijk. Dit is dus je workflow, in 5 stappen een ideale belichting voor de meest denkbare fotografie-situaties!
In de praktijk gaat het echter veel sneller dan het hier lijkt. Als je slechts één type onderwerp fotografeert, kun je waarschijnlijk dezelfde iso en diafragma-waardes gebruiken voor een hele serie foto's.
Je kunt zelfs je camera je sluitertijd automatisch laten laten bepalen om tot de juiste belichting te komen. Dat doe je door je camera op halfautomaat (in dit geval diafragmavoorkeuze) te zetten.
En dat maakt deze workflow bijna te complex. Maar je hebt nu in ieder geval de basis. Sluitertijd, diafragma en iso zijn belangrijker dan andere instellingen in de fotografie. En dit is een systeem dat je zeker niet in de steek zal laten en wat je bewuster zal laten omgaan met je camera-instellingen om zo precies tot de foto te komen die je voor ogen had!
Meer weten over de basis van fotografie?
Bij Photofacts Academy, onze online leeromgeving voor fotografen, hebben we een complete nieuwe basiscursus fotografie. Je kunt deze cursus twee weken lang volgen met een gratis proeflidmaatschap.
Dit artikel is voor het laatst bijgewerkt op 9 juli 2020.
De eerste publicatiedatum is maandag 9 maart 2020, 23:32.
Over de auteur
Michelle Peeters is fotografe en oprichter van DeuxBleus Fotografie. Michelle herkent het bijzondere in het gewone en het gewone in het bijzondere. Ze heeft zich nooit willen specialiseren en is daardoor van alle markten thuis.
30 reacties
-
Karin Bussink schreef op dinsdag 10 maart 2020 om 12:36 | reageer
Dankjewel Michelle voor deze super duidelijke uiteenzetting met hele goed voorbeelden erbij. Heel handig om deze theorie nog weer eens op te halen, voor mij weer een uitdaging erbij om mee aan de slag te gaan. Om te beginnen met het fotograferen van de melkweg. Mijn nieuwe Canon RP met RF 24-105mm is nu onderweg met de bezorger. Dit wordt een van de eerste uitdagingen voor deze camera. Helaas geen F2.8 maar dat gaan we oplossen!
-
Michelle Peeters schreef op dinsdag 10 maart 2020 om 12:39 | reageer
@Karin: dankjewel en fijn om te horen! De Canon RP met RF 24-105mm had ik mee naar Nepal en ik heb er de Melkweg goed mee kunnen fotograferen! Ik had wat meer groothoek willen hebben en f/2.8 is natuurlijk ook heel fijn als je het hebt, maar het is toch goed te doen. Een erg fijne (reis-)camera! Succes met je uitdagingen!
-
Leny schreef op dinsdag 10 maart 2020 om 12:51 | reageer
ik heb sinds een aantal maanden ook de rp met 24-240. Ik heb moeite met de focus op een punt scherp te stellen, hebben jullie dat ook
-
Michelle Peeters schreef op dinsdag 10 maart 2020 om 12:53 | reageer
@Leny: ja, dat had ik af en toe ook (hij weigerde dan te focussen). Ik heb er wat belangrijke momenten door gemist. Maar ik weet dat aan mijn oude objectief dat ik er (met bijgeleverde tussenring) op had geschroefd.
-
anna schreef op dinsdag 10 maart 2020 om 12:58 | reageer
Dank je wel. Fijn alles weer eens op een rijtje te zien.
-
Janneke Nijenhuis schreef op dinsdag 10 maart 2020 om 15:18 | reageer
Wat een super uitleg, veel dank hiervoor. Als beginnend fotograaf heb ik het direct uitgeprint en in mijn fototas gestopt. Waar ik vaak problemen mee heb ik goede fotos van een feest bij avond van mensen. Maar ik ga met je suggesties aan de gang.
-
Michelle Peeters schreef op dinsdag 10 maart 2020 om 15:20 | reageer
@Janneke: dankjewel! Bij binnensituatie (bijvoorbeeld een feestje) ontkom je bijna niet aan het gebruik van een opzetflitser. En dat is weer een heel verhaal apart... Komt binnenkort ook een goede cursus over op Photofacts Academy!
-
Bernard Veerman schreef op dinsdag 10 maart 2020 om 16:12 | reageer
Hallo Michelle. Altijd weer handig om er even doorheen te lopen. Maar ik mis paar belangrijke gegevens. Gebruikte je een Full Frame of een Crop, en welk brandpunt had het objectief. Dit alles in verband met de dieptescherpte.
-
Michelle Peeters schreef op dinsdag 10 maart 2020 om 16:17 | reageer
@Bernard: ik gebruik een fullframe-camera met verschillende objectieven en dus ook brandpuntsafstanden. Het klopt dat de brandpuntsafstand ook van invloed is op je scherptediepte. Ik heb daar bij de foto van Madera (het stadsoverzicht) wel iets over gezegd. Hoe verder je onderwerp weg is en hoe meer groothoek je hebt, des te groter is je scherptediepte. En op dat moment is het diafragma hiervoor minder van belang. Bij een macro-objectief heb je juist weer heel erg weinig scherptediepte en bij een telezoom ook stukken minder dan bij een groothoek. Dus wat dat betreft is het schema inderdaad niet compleet nee...
-
Niqué
Goede uitleg, daar kan ik iets mee. Alleen... als ik de iso en het diafragma heb gekozen moet er een bijpassende sluitertijd bij. Maar hoe weet ik dan welke dat is? Ik kan wel een sluitertijd kiezen die bij het onderwerp past maar dat is waarschijnlijk een scheve belichtingsdriehoek.
-
Michelle Peeters schreef op dinsdag 10 maart 2020 om 16:38 | reageer
@Niqué: als je de camera op halfautomaat zet (diafragmavoorkeur, dus A of Av), dan kiest de camera daar zelf een bijpassende sluitertijd bij om tot een neutrale belichting te komen. Als die te langzaam is voor het onderwerp dat je wilt fotograferen, moet je de iso-waarde hoger zetten en dan opnieuw lichtmeten.
-
gast schreef op dinsdag 10 maart 2020 om 16:47 | reageer
Michelle, bedankt voor je snelle antwoord. Ik dacht dat je in dit artikel je camera op de M-stand had staan. Of zet je hem alleen even op de A om te zien welke sluitertijd hij aangeeft?
-
bob schreef op dinsdag 10 maart 2020 om 18:07 | reageer
Geweldig om weer even een opfris over de driehoek te lezen, ik zelf werk met de Nikon D7500 en loop soms wel tegen ruis aan doordat ik vaak vogel fotografie doe met de 70- 300 mm. waar is de iso dan vaak op automatisch zet om toch een mooie foto te krijgen. sluitertijd laat ik meestal 100 staan en ook de diafragma zet ik over het algemeen op F8. dit leverde toch wel mooie plaatjes op. altijd leuk om te lezen.
-
Michelle Peeters schreef op dinsdag 10 maart 2020 om 18:25 | reageer
@gast: ik gebruik inderdaad vaak de halfautomaat-stand voor het gemak. Maar ook in de M-stand kun je de belichting aflezen (je zorgt dan dat het metertje op de 0 of neutraal uitkomt).
@Bob: auto-iso is inderdaad erg handig en als je in raw fotografeert is de ruis er vaak ook goed uit te krijgen in de nabewerking. Een sluitertijd van 1/100 bij vogelfotografie lijkt mij wat traag! Ik zit zelf vaak al snel op 1/1000 om geen bewegingsonscherpte (van het onderwerp) te krijgen. -
Paulussie schreef op dinsdag 10 maart 2020 om 18:55 | reageer
Leuk artikel, ook voor en oude rot in de fotografie.
Alleen bij het laatste voorbeeld had ik vraagtekens. Scherptediepte is toch absoluut geen item bij deze foto, bergen en sterren zitten allemaal op oneindig, dus of je nu 2.8 of 11 gebruikt, effect blijft hetzelfde, vooral omdat het ook nog een groothoek is. -
Michelle Peeters schreef op dinsdag 10 maart 2020 om 19:03 | reageer
@Paulussie: dat klopt inderdaad helemaal! En ik kom bij sterrenfotografie ook altijd op f/2.8 uit omdat je op die manier de iso-waarde nog enigszins laag kunt houden. Bij sterrenfotografie mag je ook maar zo'n 20 tot max 30 seconden belichten omdat je sterren anders in streepjes veranderen.
-
Ad de Rooij schreef op woensdag 11 maart 2020 om 11:24 | reageer
Ha Michelle,
Fantastisch goede uitleg.Precies de stappen die je je elke keer, wanneer je een foto maakt, moet inprenten om met goed resultaat thuis te komen. Complimenten -
gast schreef op woensdag 11 maart 2020 om 11:35 | reageer
Beste
Met deze goede uitleg,heb ik weer bij geleerd.
Grt, G.Osten -
chris schults schreef op donderdag 12 maart 2020 om 13:51 | reageer
Op zich prima verhaal, duidelijk en nuttig. Slechts 1 opmerking ivm iso. De modernere camera's kunnen echt wel veel hogere iso aan zonder dat er ruis in beeld komt. Dus niet bang zijn om naar bijv 400 iso te gaan.
-
Michelle Peeters schreef op donderdag 12 maart 2020 om 15:18 | reageer
@Chris: toch zie je ruis altijd wel hoor, ook bij dure fullframecamera’s. Zoom maar eens goed in bij bijvoorbeeld een sterrenfoto!
-
Chris schults schreef op donderdag 12 maart 2020 om 19:26 | reageer
Volgens mij maak je hier een mini misser. De prijs van een camera zegt niet alles. Een cropcamera met 24 mp heeft dezelfde sensordichtheid als een fullframe met 36mp. Dus ook dezelfde hoeveeelheid ruis bij dezelfde kwaliteit. De sensors zijn verbeterd.
De totale belichting is eerder belangrijker. Stel je gebruikt 400 iso voor een bepaalde foto, die je in nabewerking moet gaan oplichten, dan krijg je meer ruis, dan als je dezelfde foto met bijv 1600 iso had gemaakt. -
Michelle Peeters schreef op donderdag 12 maart 2020 om 19:40 | reageer
@Chris: Het heeft toch met de kwaliteit van de sensor te maken. Een camera met een hoog 'totaal dynamisch bereik' (de afstand tussen wit en zwart) levert je wel vrijwel altijd opnames zonder uitgebleekte hooglichten en/of dichtgelopen schaduwpartijen. Als je camera dan ook nog een hoog 'bruikbaar dynamisch bereik' heeft, dan komt er ook bij de nabewerking geen ruis tevoorschijn als je de schaduwpartijen lichter maakt. Daar zit het hem dus in!
Camera's met een zeer goed dynamisch bereik: Canon 1 Dx, Canon 5D Mark III, Canon 6D, Nikon D3200, D3300, Nikon D7100, Sony A77, Sony A7r, Olympus OM-D E-M5, E-M1, Panasonic GH4, Panasonic GM5, D5300, D5200, Samsung NX1, Samsung NX30
De absolute top in dynamisch bereik: Nikon D810, D800E, D750, D4s, Fujifilm X-E1 -
bob schreef op vrijdag 13 maart 2020 om 15:26 | reageer
Je vergeet de nikon D7500 die zich kan meten met de D500
-
Michelle Peeters schreef op vrijdag 13 maart 2020 om 16:21 | reageer
Ok, dankje Bob!
-
Petra Jansen schreef op vrijdag 13 maart 2020 om 16:28 | reageer
@Chris: waar Michelle op doelt is de zgn iso-invariante (isoless) sensor. Het verschilt een beetje per merk tot hoeverre dat werkt, maar in theorie werkt het als volgt (kort uitgelegd). Stel dat je bij een bepaald licht iso1600 nodig zou hebben voor een goed belichte foto, dan zou je de iso-waarde naar 100 kunnen zetten en de overige waarden ongewijzigd laten (wel in RAW fotograferen). Het resultaat is een onderbelichte foto. In de nabewerking kun je deze dan weer lichter maken en dan is het resultaat (ruisniveau) identiek aan wanneer je met iso1600 zou hebben gefotografeerd. Het voordeel echter van deze laatste methode is dat je misschien niet heel de foto lichter hoeft te maken, alleen de delen die onderbelicht zijn. Daar moet je dan natuurlijk nog wel een ruiscorrectie op toepassen.
Niet alle merken gebruiken iso-invariante sensoren, het is even terugzoeken per cameramodel in hoeverre de sensor iso-less is (merken geven daar zelf volgens mij ook niet heel veel informatie over, maar er zijn op Engelstalige websites wel artikelen over te vinden).
Ik fotografeer zelf met Fuji; de door Michelle genoemde X-E1 is wel een vrij oud model, er zijn inmiddels veel nieuwere Fuji-camera's op de markt met ook weer veel betere ruisprestaties (binnenkort bijv de X-T4). Bij de nieuwere modellen kun je de iso-waarde vrij hoog zetten zonder dat de ruis storend wordt. Overigens kun je de iso-waarden van verschillende camera's ook niet zomaar met elkaar vergelijken, er bestaan nl verschillende iso-standaarden.
En nieuwere camera's presteren op dat gebied gewoon veel beter dan oudere modellen, ik denk dat stand van techniek meer invloed heeft dan alleen de grootte van de sensor.
Bij Fuji is het in ieder geval zo dat de laagste iso-waarde bij veel cameramodellen niet eens 100 is maar begint bij 200, dat heeft te maken met dynamische bereik en de al genoemde iso-invariantie. -
Michelle Peeters schreef op vrijdag 13 maart 2020 om 17:17 | reageer
Dank Petra, interessante info! Ik ga daar eens even helemaal induiken..
-
Michelle Peeters schreef op vrijdag 13 maart 2020 om 17:49 | reageer
@Petra: ook zo'n iso-invariante (isoless) sensor zegt verder niets over de kwaliteit (dus de hoeveelheid ruis), alleen dat je de iso-stand achteraf nog kunt veranderen. De kwaliteit en grootte van de sensor zijn hierin toch echt bepalend. Met een fullframe-sensor heb je minder last van ruis bij hoge iso-waardes dan bij een crop-sensor. Het aantal beschikbare Megapixels is niet relevant in deze, wel de grootte ervan:
Omdat een fullframe camera een grote sensor heeft, zijn de pixels groter. Elke pixel vangt licht op tijdens het fotograferen. Hoe groter de pixel, hoe meer licht er op valt en hoe minder het beeld versterkt moet worden (hoge ISO-waarde). Dit laatste zorgt voor ruis, en dat beperk je dus met een fullframe camera. -
chris schults schreef op vrijdag 13 maart 2020 om 20:16 | reageer
@Michelle wer dezelfde misser vlg mij. Een ff sensor is groter oke, maar een 36mp ff sensor heeft dezelfde pixel dichtheid als een 24mp crop sensor. Dus zijn de pixels even groot. Anders is het als je een 24mp ff sensor vergelijkt met een 24mp crop sensor, dan gaat je theorie wel op. Maar je ziet ook, dat fabrikanten nog steeds inspelen op de pixel mythe. Dus steeds meer pixels op een sensor proppen. Terwijl voor de gewone fotograaf, die in het algemeen niet groter dan een a4 afdrukt op 300 dpi, genoeg heeft aan ca 3500x2500 pixels. =9 mp. Als je dan beschikt over een 24mp sensor heb je dus meer dan genoeg om bij te snijden c.q. in te zoomen.
-
chris schults schreef op vrijdag 13 maart 2020 om 20:22 | reageer
@petra dit staat niet alleen bij photofacts maar ook op ander info.
Ga dus nooit onderbelichten om hoge gevoeligheden te vermijden en denken dat je dat wel kunt corrigeren in de nabewerking. De hoeveelheid ruis zal zichtbaar hoger zijn bij een onderbelichte, opgehelderde opname van ISO 400 dan bij een correct belichte opname van ISO 1600.
Zie http://www.photofacts.nl/fotografie/rubriek/tips_en_truuks/12-tips-om-ruis-te-voorkomen.asp -
Michelle Peeters schreef op vrijdag 13 maart 2020 om 20:35 | reageer
Ik blijf erbij dat het gaat om de kwaliteit van de sensor: het 'totaal dynamisch bereik' (de afstand tussen wit en zwart) en een hoog 'bruikbaar dynamisch bereik' (dit laatste heeft dan betrekking op die iso-invariante (isoless) sensoren. Een combinatie van die twee geeft een zeer goed dynamisch bereik en dus weinig tot geen ruis bij hoge tot zeer hoge iso-instellingen.
Deel jouw mening
Let op: Op een artikel ouder dan een week kan alleen gereageerd worden door geregistreerde bezoekers.Wil je toch reageren, log in of registreer je dan gratis.
Ook interessant
-
Zelf nadenken in plaats van de kant-en-klare oplossing
door Nando Harmsen
-
Iemand een foto laten maken? Zorg dat alles goed staat
door Nando Harmsen
-
Straatfotografie tip: JPG of RAW: Een aloude keuze
door Michiel Heijmans
-
Flitsfotografie tip: Combineer lampen met je flitslicht
door Elja Trum
-
Het autofocus gedrag veranderen in een Canon camera
door Nando Harmsen
-
Voorinstellingen in Lightroom Classic
door Nando Harmsen
Ontvang wekelijks fotografietips in je inbox
44.386 fotografie enthousiastelingen ontvangen de tips al!
Meer over de wekelijkse mail. Of blijf op de hoogte via
Elja Trum
Photofacts; alles wat met fotografie te maken heeft!
Wil je graag mooiere foto's maken en op de hoogte blijven van ontwikkelingen binnen de fotografie? Photofacts plaatst leerzame artikelen die gerelateerd zijn aan fotografie. Variërend van product-aankondiging tot praktische fotografietips of de bespreking van een website. Photofacts bericht dagelijks over fotografie en is een uit de hand gelopen hobby project van Elja Trum. De artikelen worden geschreven door een team van vrijwillige bloggers. Mocht je het leuk vinden om een of meerdere artikelen te schrijven op Photofacts, neem dan contact op.Meer over PhotofactsGratis eBook: Fotograferen van Kinderen
Mis dit niet: Tips voor adembenemende familiekiekjes!
Ontdek 25 praktische tips waardoor je prachtige foto's van je (klein)kinderen kunt maken. Je krijgt van mij ook wekelijks nieuwe fotografietips per mail.